ONZE DIENSTEN

Ontwikkeling van producten en methodieken zie ik als vertrekpunt voor kwaliteitsverbetering. De methodiekbeschrijving is een werkbaar product van wetenschappelijke kennis in combinatie met uw succeservaringen. Daarna volgt een proces van implementatie en verankering. Hierbij spelen volgende begrippen een belangrijke rol.

Wat is een goede aanpak en wat werkt bij uw doelgroep? Er is veel keuzevrijheid en ruimte voor interpretatie binnen de verschillende organisaties, maar ook tussen gedragsdeskundigen en uitvoerend medewerkers….wat werkt is onderwerp van discussie. Effectiviteitsonderzoek en professionalisering komen landelijk steeds hoger op de agenda te staan. Dit brengt nieuwe ontwikkelingen en kansen met zich mee. Een methodiek die wetenschappelijk goed onderbouwd is, is hét vertrekpunt voor bewezen effectiviteit.

Na een korte analyse tot een inschatting komen van de zelfredzaamheid en de zorgvraag, hulpverleners doen het dagelijks. Dit proces concreet en transparant maken is echter lastig en leidt veelal tot lange verslagen die moeilijk te generaliseren zijn. OnOvOn kan samen met uw medewerkers de denkprocessen concreet maken en vertalen in een op maat gemaakt instrument. Zodat allen dezelfde kwaliteit leveren en kort kunnen rapporteren over hun bevindingen en inzet.

Hoe kunt u de hulp- en dienstverlening van uw organisatie of een “deelproduct” transparanter maken en beter onderbouwen? Ik betrek uw medewerkers actief bij het doorontwikkelen, implementeren en uitvoeren van de methodiek. Het uitgangspunt is dat welke medewerker uw cliënt treft, het kwaliteitsniveau moet altijd gelijk zijn. Uw product wordt dus niet alleen goed beschreven, maar er wordt in geïnvesteerd dat het goed gedragen wordt en verankerd is binnen uw organisatie. Alle neuzen dezelfde kant op!

Wat werkt? Wat werkt er niet? Wat is de doelrealisatie en waar kunnen de verbeterslagen gemaakt worden? Hoe kunnen de werknemers hun inzet beter verantwoorden? Dit zijn slechts enkele vragen die reden kunnen zijn om de effectiviteit van de geboden interventie verder te onderzoeken. OnOvOn kan samen met u een opzet maken hoe deze vragen te beantwoorden en ondersteunen bij het implementeren en uitvoeren van effectiviteitsonderzoek.

ONZE DIENSTEN

Hoe voelen uw werknemers zich het meest ondersteunt? Begeleiding op maat, die waardevol wordt bevonden door de werkgever én deelnemers.

Het bewijzen van competenties is een zorgvuldig karwei waar gemakkelijk zaken vergeten, onderschat of onderbelicht kunnen worden. Misschien is iemand te bescheiden? De lijn tussen de verschillende competentieniveau’s is dun, maar kan het verschil maken tussen al dan niet opgenomen worden in het beroepsregister. OnOvOn kan samen met de kandidaten het portfolio opbouwen, doorlopen en hen voorbereiden op het gesprek. Er kan uiteraard niet gegarandeerd worden dat de kandidaat de hoogst mogelijke score behaald, wel zal OnOvOn hem of haar ondersteunen zodat het portfolio de persoonlijke ervaringen en competenties weergeeft en de kandidaat zelfverzekerd op het assessment verschijnt.

De professionalisering van de jeugdzorg, de autonome professional, meer professionele vrijheid én aansprakelijkheid, etc. ,dit zijn de onderwerpen waarmee de Nederlandse professionele praktijk zich bezig moet houden. Het biedt zeker kansen voor ontwikkeling, maar zorgt wellicht ook voor spanning bij de medewerkers. Is er iemand waarmee ze kunnen sparren? Hoe vertaalt de theorie zich naar de praktijk van deze professional? OnOvOn biedt de mogelijkheid als achterwacht te fungeren, coaching on the job te bieden of structurele casuïstiek-overleggen te begeleiden, zodat uw medewerkers zich gesteund voelen bij het benutten van hun professionele vrijheid en het dragen van verantwoordelijkheden.

De medewerkers werken veelal zelfstandig in gezinnen, met jongeren, ouderen of op een school. Het kan heel inspirerend en verhelderend zijn om van gedachten te wisselen over een bepaalde casus of aanpak met vakgenoten. Zijn er meerdere visies op de vraagstelling? Welke andere manieren zijn er om een specifiek probleem op te lossen? Wat werkt of is al bereikt met de huidige aanpak en wat kan er geleerd worden van anderen? OnOvOn biedt de structuur, het overzicht en het voorzitterschap. Daarnaast breng ik aanvullende expertise in. Het streven is echter om de medewerkers in hun kracht te zetten in plaats van een “goeroe” te zijn.

De meeste medewerkers die werkzaam zijn binnen de maatschappelijke ondersteuning hebben voor dit vak gekozen om met mensen te werken en “actief bezig te zijn”. Het schrijven van verantwoordingen, plannen en evaluaties staat vaak onderaan de prioriteitenlijst. Het gevolg is dat de achterstanden oplopen en de drempel om er aan te beginnen steeds hoger wordt! Met wat praktische tips en ondersteuning kan OnOvOn helpen deze drempel te verlagen en tot effectieve verslaglegging te komen.

Intervisie is iets anders dan casuïstiekbespreking. Intervisie stelt de medewerker en zijn houding ten aanzien van het werk centraal. Samen met collega’s kan verkend worden welke thema’s een rol spelen bij de begeleidingen en/of het werken binnen de organisatie. OnOvOn kan ondersteunen bij het opzetten van een intervisiestructuur, waarna de medewerkers zelfstandig verder kunnen.

Soms is het lastig om het “theoretisch geleerde” in de praktijk te brengen of lukt het niet een aantal werkzame factoren van de methodiek in te zetten in de dagelijkse begeleiding. Het kan ook zijn dat het niet lukt om “goede voornemens” op de werkvloer vol te houden. In deze gevallen kan het heel prettig zijn dat er iemand meekijkt, bevestigt wat er wél goed gaat en concrete tips en adviezen geeft hoe verder te ontwikkelen. Hoe het traject vorm krijgt is altijd in overleg met de betreffende werknemer.

ONZE DIENSTEN

Een goede overdracht is het activeren van reeds bestaande kennis, deze aanvullen en er vervolgens mee aan de slag gaan in een oefensetting en de praktijk. Het bevestigt en inspireert.

Hoe verloopt de ‘normale’ ontwikkeling van kinderen en jongeren en wat zijn signalen van een verstoorde ontwikkeling (pathologie)? Wat is er voor nodig een cliënt in beweging te krijgen als hij/zij daar zelf de noodzaak nog niet van inziet? Hoe kan de zelfredzaamheid van een cliënt goed onderbouwd in beeld worden gebracht? Dit is slechts een kleine greep uit de vragen waarbij OnOvOn ondersteuning kan bieden.

Ik heb onder meer expertise op het gebied van ontwikkelingspsychologie, automutilatie, risicovol gedrag, adolescentie en zelfredzaamheid. Heeft u een ander onderwerp waarvoor u deskundigheidsbevordering zoekt, ook dan bent u bij mij aan het juiste adres, ik verdiep me graag extra om uw vragen te onderzoeken en de antwoorden te vertalen naar in de praktijk bruikbare kennis en adviezen!

Rianne Cornelisse is als docent opgenomen in het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.

Uw organisatie heeft een werkwijze die goed aansluit op de praktijk. Wanneer er nieuwe mensen in dienst komen of als het product moet worden uitgedragen is het lastig uitleggen wat er nou precies zo goed werkt. OnOvOn kan helpen bij het concretiseren van uw werkwijze, zodat u dit kunt verwoorden en uitdragen aan uw medewerkers, geïnteresseerden of inzichtelijk kunt maken voor kwaliteitsstandaarden zoals HKZ.

Instrument: Context en Competentie Index, CCI

Wat maakt dat de cliënt zo zelfredzaam is als hij op dit moment is? Welke interventie is nodig om te groeien in zelfredzaamheid? Welke krachten van de cliënt zelf worden ingezet? Wat wil de cliënt zelf eigenlijk? Vragen als deze spelen een steeds grotere rol bij zorgtoewijzingsbeleid. Daarbij is het hoofddoel aansluiten bij de cliënt en kostenreductie voor de maatschappij.

De Context en  Competentie Index (CCI) is ontwikkeld als een screeningsinstrument voor HBO opgeleide hulpverleners die de zorgvraag van een adolescent onderzoeken in opdracht van de Gemeente Rotterdam. De CCI brengt voor de aanvang van de begeleiding in beeld waar de begeleiding zich op moet richten.

De CCI is opgebouwd uit drie tabbladen.

1) De hulpvraag van de jongere.

Deze wordt expliciet weergegeven. Ook wordt er gevraagd naar de verwachting van de jongere m.b.t. de woonbegeleiding. Op deze manier wordt ervoor gewaakt dat het hulpaanbod niet aansluit bij de vraag van de jongere.

2) Taken.

De CCI vraagt naar werkelijke taken, taken in overdrachtelijke zin en de ontwikkelingstaken van de adolescentie. Ook is hier de taak financieel beheer aan toegevoegd, omdat dit een belangrijk leerpunt blijkt te zijn van de doelgroep. Tevens zijn de ontwikkelingstaken van ouderschap toegevoegd, mochten deze van toepassing zijn op de jongere.

3) Beïnvloedende factoren.

Er is onderscheid gemaakt tussen twee soorten beïnvloedende factoren; beïnvloedende factoren van de omgeving en beïnvloedende factoren van de persoon. Deze items geven informatie over welke factoren de sociale competentie, zelfredzaamheid en het begeleidingstraject kunnen beïnvloeden.

Klik hier voor een presentatie over de CCI.

Methodiek: Groeien in zelfredzaamheid

Deze methodiek richt zich op begeleiding van adolescenten die moeten groeien in zelfredzaamheid maar dat (nog) niet zelfstandig kunnen of doen. Waar mogelijk wordt een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de jongere. Indien nodig wordt een jongere aangespoord en gemotiveerd en waar noodzakelijk wordt er ingegrepen. De methodiek is ontwikkeld met als uitgangspunt dat de begeleiding zo kort en licht mogelijk, en zo lang als zinvol ingezet wordt. Er wordt aangesloten bij de mogelijkheden van de jongere, waarbij de (ontwikkelings-) problemen vanuit een oplossingsgerichte aanpak worden benaderd. De vraag van de jongere en zijn toekomstdroom staan centraal.

De begeleiding is niet gericht op hulpverlenen, maar op het vergroten van de zelfredzaamheid van de jongere. Deze zelfredzaamheid kan vergroten door het “natuurlijke” leerproces en op basis van feedback van de begeleiding. De zelfredzaamheid kan ook vergroten door het versterken van het (professioneel) netwerk van de jongere. In dat geval zet de begeleiding zich in om de jongere wegwijs te maken binnen het enorme reguliere hulpaanbod. Samen met de jongere gaat de begeleiding op zoek naar de meest passende vorm van scholing, (tijdelijke) ondersteuning of behandeling. Door zich te verdiepen in het leven van de jongere, het verbreden van de kennis van de jongere en hem/haar verbinden met verschillende zorgaanbieders wordt er maatwerk geboden.

De zelfredzaamheid-matrix als leidraad voor de intake en rapportage

Het intakeformulier doorloopt alle domeinen van de zelfredzaamheid-matrix. Door middel van het stellen van de juiste vragen komen alle indicatoren van de domeinen aan bod. Naast het gesprek met de cliënt leveren ook observaties, informatiesystemen en collega’s belangrijke kennis op om tot een juiste score te komen. In een Trajectplan wordt beschreven aan welke doelen er komende periode gewerkt gaat worden, en welk effect dat doel heeft op de zelfredzaamheid en daarmee ZRM score van de jongere.

Stel een jongere leer betere sociale vaardigheden. Hierdoor kan zijn sociaal netwerk groeien, hij meer in de maatschappij participeren, maar heeft hij tevens een betere kans op een baan en zodoende wordt dus ook zijn score op financiën beïnvloed. Als de doelen van het trajectplan worden geëvalueerd, kan ook een nieuwe ZRM score worden ingevuld. Niet alle behaalde doelen zijn echter direct zichtbaar op de vrij “grofmazige” zelfredzaamheid-matrix. Daarvoor kan bijvoorbeeld de CCI uitkomst bieden.

Voor trainingen in de ZRM kijk op www.timacademie.nl